Zijn kinderen groeiden op in Sassenheim, maar Ahmad keerde terug naar Syrië: 'Dit is thuis'
Twaalf jaar woonde Ahmad in Nederland. Toen het regime precies een jaar geleden viel, keerde hij terug naar zijn Syrië. Hij trof een land aan met hoop. Veel hoop. Maar ook een land met verwoeste steden, een fragiele infrastructuur en miljoenen mensen die nog altijd afhankelijk zijn van humanitaire hulp.
Schrijver en hoogleraar Ahmad al-Hosaini (56) doceerde voordat hij naar Nederland moest vertrekken Arabische taal, literatuur en cultuur aan de universiteit van Damascus. Het land viel uit elkaar door oorlog, Syrië werd onleefbaar en Ahmed vertrok met zijn gezin naar Nederland.
'Nederland mooi land'
Daar woonde hij twaalf jaar, in het Zuid-Hollandse Sassenheim om precies te zijn. "Nederland is een mooi land, de mensen zijn aardig en alles daar is duidelijk. Het is ook mijn land, maar op een andere manier", zegt hij.
Hij verwachtte dat hij de rest van zijn leven in Nederland zou blijven. Maar een jaar geleden gebeurde het onmogelijke: het regime van Bashar al-Assad viel. Voor Ahmad was het duidelijk, hij moest en zou terug naar Syrië. Een week na de val van al-Assad stapte hij op het vliegtuig. "Zodra ik Syrië binnenkwam, wist ik het", zegt hij zonder aarzeling. "Ik wil hier zijn. Dit is thuis."

Hij kwam gelijk in actie. Ahmad meldde zich bij de universiteit in Damascus waar hij ooit lesgaf. Inmiddels staat hij daar weer voor de klas. "Het voelde alsof ik mijn plek terugvond", zegt hij. "Het nieuwe Syrië heeft kennis nodig, en ik wil daaraan bijdragen."
Sinds zijn terugkeer loopt Ahmad dagelijks door zijn oude stad en zijn oude wijk. Drie tot vier uur per dag, soms tot diep in de nacht. Op straat raakt hij voortdurend in gesprek met voorbijgangers over hun hoop, hun angsten en hun ideeën voor het nieuwe Syrië.
"Het leven moet verdergaan", zegt Ahmad:
Syrië draagt nog altijd de littekens van de burgeroorlog die in 2011 begon en pas in december 2024 eindigde met het vertrek van Assad. Huizen, ziekenhuizen en scholen liggen in puin. Basisvoorzieningen als elektriciteit en schoon water zijn schaars, terwijl miljoenen mensen afhankelijk blijven van noodhulp. Velen zijn gevlucht of nog steeds ontheemd, binnen of buiten het land.
"Maar ik zie ook iets nieuws", zegt Ahmad en hij kijkt om zich heen, druk gebarend. "Veel mensen zoeken altijd naar oplossingen. Misschien hebben ze dat geleerd door de oorlog, hoe pijnlijk die ervaring ook was. Bijna elke familie heeft iemand verloren of is er nog iemand die vermist is."
Leven tussen hoop en vrees
In de Al-Hamidiyeh-soek, de grote overdekte winkelstraat van Damascus, groet Ahmad iedereen met een brede lach. "Al salamo alaykum", klinkt het voortdurend. Winkeliers richten hun zaken opnieuw in, hopen klanten te lokken met kleurrijke etalages. "Kom kijken, ik heb alles: shirts, broeken, sokken", roept een verkoper.

Ahmad wijst op zonnepanelen op de daken: een antwoord op het chronische elektriciteitstekort. Hij ziet hoe mensen terugkeren naar beschadigde huizen en die steen voor steen opbouwen.
"Voor mij is dit lopen therapeutisch", zegt hij. "Als ik me hopeloos voel, kom ik hier. Het is meer dan ademhalen. Het is een soort medicijn."
Vluchten om te leven
In 2013 besloot Ahmad te vluchten, samen met zijn vrouw en drie jonge kinderen. Dat jaar bereikte het geweld een nieuw dieptepunt, met massamoorden en chemische aanvallen in onder meer Oost-Ghouta en Joubar, en executies in Tadamon.
"Syrië was geen veilige plek meer", zegt hij hoofdschuddend. "Ik deed het vooral voor mijn kinderen."
Diezelfde kinderen zijn nog in Nederland. Ze zijn daar opgegroeid, studeren en bouwen daar hun leven op. Voor hen zal hij misschien toch weer naar Nederland gaan. Het is een dilemma, want liever blijft hij voor altijd in Syrië.
Hij snapt ook dat de meeste Syriërs in Nederland blijven. "Ik begrijp dat terugkeer een persoonlijke keuze is", zegt Ahmad. "Maar Syrië heeft zijn mensen in het buitenland nodig. Ze hebben geleerd in Nederland, Duitsland, Amerika, Frankrijk. Die kennis en ervaring kunnen zij hier inzetten. Ons land heeft dat nodig."
790 Syriërs teruggekeerd
Door de oorlog in Syrië zijn meer dan 12 miljoen Syriërs ontheemd geraakt. Ruim 7,2 miljoen van hen leven binnen Syrië en meer dan 5 miljoen mensen vluchtten naar het buitenland, vooral naar buurlanden zoals Turkije.
In Nederland wonen ruim 150.000 Syriërs, grotendeels als gevolg van de burgeroorlog. Zij vormen nog steeds de grootste groep asielzoekers en statushouders. In de eerste negen maanden van 2025 vroegen 2400 Syriërs asiel aan in ons land, een jaar eerder waren dat er nog 8900 in die periode.
Na de val van het regime hielp de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) tot nu toe ongeveer 790 Syriërs bij terugkeer, onder wie Ahmad. Om Syriërs te stimuleren terug te keren krijgen ze 5000 euro (2500 per kind) van de Nederlandse overheid.
Het leven in Syrië is voor Ahmad ook zwaar. Hij laat de wijk Joubar, in het oosten van Damascus, zien. Daar verandert het stadsbeeld abrupt. Het lawaai van verkeer maakt plaats voor stilte. Flatgebouwen liggen aan weerszijden van de straat volledig in puin.

De glimlach verdwijnt van Ahmads gezicht. "Hier woonden ooit 500.000 mensen", zegt hij zacht. "Het was levendig, vol mooie huizen. Nu is het een spookstad." Zijn ogen vullen zich met tranen. "Het breekt mijn hart", zegt hij. "Ik heb hier herinneringen. Maar waar zijn al die mensen gebleven? Waar zijn de vrouwen, waar zijn de kinderen?"
In die vraag ligt de grootste uitdaging voor het nieuwe Syrië: de wederopbouw van stenen én van levens. Tussen puin blijft Ahmad hopen en zoeken naar tekenen dat er een nieuwe toekomst is voor zijn Syrië, hoe kwetsbaar die ook is.
