Waarom Turkije de Syrische Koerden zo snel mogelijk weg wil hebben
Een invasie van Turkije in Noord-Syrië lijkt ophanden, nu de Verenigde Staten zijn militairen terugtrekt. Hiermee komt een langgekoesterde wens van Turkije uit. Namelijk de Koerden die in de regio actief zijn, zo snel mogelijk verjagen.
Wereldwijd zijn er ruim 30 miljoen Koerden. Ze hebben hun eigen taal en cultuur, maar geen eigen land. Ze zijn daarmee de grootste etnische groep ter wereld zonder staat. Na de val van het Ottomaanse rijk hebben ze zich verspreid over verschillende landen, waaronder Turkije, Irak, Syrië en Iran.
Eigen staat
In die landen leven ze op gespannen voet met de regering. Hun taal en cultuur wordt vaak met intimidatie en geweld onderdrukt. De Koerden strijden daarom voor een eigen, autonome staat. Er zijn verschillende onafhankelijkheidsbewegingen, een van de bekendste is de Koerdische Arbeiderspartij, de PKK in Turkije. Die heeft in het verleden veel aanslagen gepleegd. Turkije ziet hen als terroristen.
Oorlog in Syrië
Tijdens de opkomst van terreurgroep IS zijn ook de Koerden vaak het slachtoffer, ze strijden daarom met het Westen in Syrië tegen IS. Daarbij nemen ze delen van noord-Syrië in. Naar schatting zitten in dat land zo'n twee miljoen Koerden, een groot deel daarvan in het noorden.
Turkije ziet de Koerdische strijders in Syrië als een verlengstuk van de PKK en wil ingrijpen nu deze aartsvijand zo dicht bij de Turkse grens is. Tot nu toe ging dat niet, omdat de Koerden steun kregen van de Verenigde Staten. Maar dat land trekt nu het leger terug. De Koerden, die het hardst tegen IS gevochten hebben, staan er weer alleen voor. Volgens deskundigen maken ze weinig kans tegen het veel sterkere, Turkse leger.
