'Al die mensen op hun buik in bed, griezelig', zegt ic-verpleegkundige Arie

Door Lisanne van Sadelhoff··Aangepast:
'Al die mensen op hun buik in bed, griezelig', zegt ic-verpleegkundige Arie
Zij houden Nederland draaiende

Het zijn gekke tijden in Nederland. In deze serie laten we de mensen aan het woord die ons land draaiende houden. Vandaag Arie (29), verpleegkundige op de intensive care in Nieuwegein.  

"De intensive care is de slechtste plek van het hele ziekenhuis waar je kan zijn. Wij kunnen veel, maar zijn geen heilige graal: lang niet iedereen komt hier levend vandaan. Hier wil je niet zijn.

Op deze afdeling liggen mensen die zó ziek zijn, dat we hun lichaamsfuncties moeten ondersteunen of zelfs moeten over moeten nemen. Dat is bij coronapatiënten het geval: elke patiënt wordt hier aan de beademing gelegd omdat ze zelf niet meer goed ademen. Ze liggen op hun buik, zodat de longen meer oppervlakte hebben om zuurstof in zich te nemen.

Komt niet vaak voor

"Dat is best heftig: we doen dat echt alléén als het nodig is, het is een soort rescuetechniek. Het komt niet vaak voor. Tot dit virus de wereld in z'n greep kreeg."

'Wat er ook gebeurt, mijn lessen gaan door', zegt juf Ilanit
Lees ook

'Wat er ook gebeurt, mijn lessen gaan door', zegt juf Ilanit

"Nu hebben we tien coronapatiënten op onze ic, tien mensen in één rij, allemaal op hun buik, vechtend voor hun leven. Ik vind het een griezelig gezicht. Als ik even niet aan het werk ben en ik zie ze zo liggen, dan denk ik: wow. Shit. Wat ís dit?!

Je zweet je kapot

"We dragen allemaal pakken die voor geen meter zitten, maar ons wél beschermen. We worden geholpen bij het aankleden. Iemand check: bril goed? Handschoenen dichtgetaped? Geen stukje huid meer bloot?

Je zweet je kapot. Een collega verloor tijdens één dienst twee kilo. Wat ook irritant is: je kan dan drie uur lang niet plassen of eten, want je wil voorkomen dat je dat hele pak weer uit moet doen – en weer aan. Dat kost onnodig veel tijd. Tijd die we niet hébben."

"De gesprekken met de naasten zijn het heftigst."
"De gesprekken met de naasten zijn het heftigst."

Ik heb dit nog nooit meegemaakt

"Het is vliegen. Rennen. Maar we krijgen hulp. Van operatieassistenten, anesthesiemedewerkers, orthopeden, zelfs urologen. Ik heb dit nog nooit zo meegemaakt. Veel afdelingen stromen leeg, de artsen daar spelen zich zo vrij om ons te kunnen helpen. Dat is mooi. Zo van: we doen het samen.

Als er een nieuwe patiënten binnenkomen, dan raakt me dat. Het zijn ouderen, maar ook mensen van 60. Dan denk ik: die moeten nog met pensioen! Dat is echt niet oud. Maar het maakt me ook strijdlustig. Ik ben degene die de beademingsmachine begrijpt en kan bedienen. Dit is wat ik kan, dus dit is wat ik doe."

Een ic-arts aan het woord.

"Bang om zelf ziek te worden ben ik niet. Maar ja, ik hang wel met mijn hoofd boven iemand met een besmettelijk, dodelijk virus. Mensen hoesten, mensen snotteren.

Ik ben extra alert dat het beademingsslangetje niet losschiet: op die manier kunnen er deeltjes in de lucht komen. Maar met zo'n pak aan maak ik me geen zorgen. De mensen die in de thuiszorg werken, zoals mijn zusje, of in een verpleeghuis, zoals mijn vrouw, dáár kan ik me veel drukker om maken."

Zij houden Nederland draaiende

Premier Rutte zei in zijn toespraak op tv tegen heel Nederland: 'We moeten dit met z'n allen doen'. Maar hoe ziet dat er in het dagelijks leven uit? 

RTL Nieuws plaatst met deze serie dagelijks verhalen van de mensen die doorwerken. De mensen die ervoor zorgen dat onze samenleving, zo goed en zo kwaad als het gaat, door blijft draaien.

Teruglezen? 

Bekijk hier de eerdere afleveringen

Tips, suggesties? Mail naar lisanne.van.sadelhoff@rtl.nl

Ik proef angst

"Het moeilijkste aan deze bizarre tijd is de angst en de wanhoop die ik proef. Bij de patiënten, want iedereen weet: als je op de ic komt met corona, ben je er nog niet zomaar vanaf.

Ik las over een 16-jarige jongen die nu van de beademing af is. Mooi nieuws. Maar onze tien patiënten zijn allemaal nog niet genezen. Het baart me zorgen.

Vooral ook die onvoorspelbaarheid van die ziekte. Zo grillig. Sommigen lijken dan op te knappen, en voor je het weet gaan ze lichamelijk weer door een heel diep dal."

"Het heftigste vind ik de telefoontjes naar hun naasten. Die mogen niet in het ziekenhuis komen vanwege besmettingsgevaar. We moeten over de telefoon vertellen hoe het met iemand gaat – en dat zijn geen positieve berichten.

Zelfs als iemand stervende is, en je weet dat dat vroeg of laat met sommige patiënten gaat gebeuren, mogen er maar twee mensen bij. Twéé. Ik snáp het, vanwege de veiligheid van de andere patiënten, het personeel. Ik begrijp het echt. Maar ik kan niet anders zeggen dan dat ik dat ongelooflijk klote vind."

"Die gesprekken zijn emotioneel belastend. Mijn collega's en ik houden elkaar daarom extra goed in de gaten. Hoe ziet iemand eruit, nemen we genoeg rust? We checken bij elkaar: zit het pak nog goed? Zie je iemand in zo’n unit lopen en iets zit niet goed, dan direct: terug naar de sluis. Geen risico's.

Niet fris meer

"Door die mondmaskers ben je ook soms niet fris meer. Je ademt uit in dat mondkapje, daar verzamelt CO2 zich ook achter, dus je ademt jezelf langzaaam suf. Daarom moeten we alert zijn met z’n allen. We hebben nu een speciaal team die de patiënten op hun buik draaien – en weer op hun rug als we denken dat de patiënt het aankan. Dat is fijn, want zoiets is heel intensief.

Op die manier proberen we het met z’n allen voor elkaar zo draaglijk mogelijk te houden. En op die manier gaan we door. Hoe dan ook."

Lees meer over
Link in bioCoronavirusIntensive CareGezondheidszorgNieuwegein