'70 procent ic-patiënten houdt langdurig fysieke of mentale klachten'
Ongeveer 70 procent van de patiënten die op de intensive care hebben gelegen, houdt daar langdurig fysieke, mentale of cognitieve klachten aan over.
Dat blijkt uit de eerste bevindingen van een groot onderzoek dat sinds vorig jaar in zeven ziekenhuizen loopt. Het Radboudumc bevestigt dat na berichtgeving van de NOS. Er zijn nu zo'n 2000 oud-ic-patiënten gevolgd, in totaal moeten dat er 12.000 worden. Ze worden vijf jaar lang in de gaten gehouden.
Post Intensive Care Syndroom
70 procent van hen lijdt aan PICS, het Post Intensive Care Syndroom. Ze ondervinden een jaar na hun opname op de ic nog steeds matige of ernstige negatieve gevolgen daarvan.
Een deel is somber, angstig of heeft problemen met geheugen, concentratie en prikkelverwerking (bijvoorbeeld op een verjaardag waar veel mensen bij elkaar zijn), anderen hebben er nog steeds last van dat ze op de ic veel spiermassa zijn verloren. Het gaat niet om patiënten met Covid-19, hoewel projectleider Mark van den Boogaard tegen de NOS zegt dat het 'vanzelfsprekend' is dat zij soortgelijke klachten ontwikkelen.
Vier tot vijf dagen op ic
De patiënten van wie nu de eerste resultaten bekend zijn, lagen gemiddeld vier tot vijf dagen op de intensive care in het Radboudumc of het CWZ in Nijmegen, het Rijnstate in Arnhem, het Jeroen Bosch in Den Bosch, het Amphia in Breda, het Bernhoven in Uden of het Maasziekenhuis Pantein in Boxmeer.
Volgens Van den Boogaard zijn er duidelijke verschillen te zien tussen mensen die na een operatie één of twee dagen gepland op de ic hebben gelegen en spoedgevallen die er vier tot acht dagen lagen. "Die laatste groep patiënten houdt veel meer last van allerlei klachten."
Coronapatiënten
Omdat coronapatiënten vaak zo'n drie weken op de ic liggen, noemt Van den Boogaard het vanzelfsprekend dat zij meer last gaan krijgen van dit soort klachten. "Dat is een logische aanname op basis van de gegevens waarover we nu beschikken, maar dat moet nog wel bewezen worden."
Dat kan voorlopig niet omdat de patiënten nog niet lang genoeg van de ic af zijn, maar Van den Boogaard pleit er wel voor de eerste resultaten van het onderzoek al te gebruiken in de gesprekken die gevoerd worden met patiënten en hun naasten.
De onderzoekers hopen nog te weten te komen welke patiënten een grote kans hebben om PICS te ontwikkelen en of daar al in een vroeg stadium iets tegen kan worden gedaan.