Satellieten en sensoren: deze ondernemers werken in de ruimtevaart
In Nederland is een heel netwerk van bedrijven die toeleverancier zijn voor de ruimtevaart. Hun producten zijn soms heel klein, maar toch bijzonder belangrijk. "Onze zonsensoren kunnen satellieten redden."
De Nederlandse ruimtevaartsector was in 2018 goed voor 10.500 banen en een toegevoegde waarde voor de economie van 1 miljard euro. Jasper Wamsteker, woordvoerder van Netherlands Space Office (NSO), die in opdracht van de overheid het Nederlandse ruimtevaartprogramma ontwikkelt en uitvoert, denkt dat dat verder gegroeid is.
Het gaat om grote organisaties, zoals TNO, of ESTEC, het technisch centrum van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA in Noordwijk, maar ook veel kleinere bedrijven, zoals Lens R&D en Cosine.
Voor zichzelf begonnen
De oprichters van deze laatste twee bedrijven werkten ooit voor grote organisaties in de sector, maar besloten om voor zichzelf te beginnen.
"Onze zonsensoren kosten tussen de 4.000 en 15.000 euro, maar ze kunnen een satelliet met de waarde van tonnen of miljoenen euro's redden", zegt Johan Leijtens. Hij is de oprichter en directeur van Lens R&D in Noordwijk.
De sensoren vertellen een satelliet waar de zon staat, zodat de zonnepanelen, cruciaal om energie op te wekken, daar naartoe gericht kunnen worden. Zonder goedwerkende zonnepanelen kan een satelliet niet goed functioneren.
Hoge eisen
Die eisen aan de sensoren zijn hoog. Ze moeten tegen kosmische straling kunnen, 5 tot 20 jaar werken, bij temperaturen tussen de +125 en -125 graden. Als een satelliet eenmaal rond de aarde draait, kun je geen monteur langs sturen.
Er worden nu veel meer satellieten gebouwd dan voorheen, denk aan Starlink van Elon Musk, dat uit duizenden satellieten bestaat. Er zijn nu dus veel meer zonsensoren nodig, tegen lagere prijzen. Leijtens' sensoren kunnen als een van de eerste in grote aantallen worden geproduceerd.
Lange weg
De ontwikkeling van de zonsensoren was een lange weg. Het kostte tien jaar om ze door de ESA goedgekeurd te krijgen, vertelt Leijtens.
Het was niet altijd makkelijk om die periode door te komen. "In die tien jaar heb ik mijzelf ook verhuurd als consultant. Ik had dus twee banen."
Omdat het zoveel tijd kost om een product op de markt te krijgen kon Leijtens nooit investeerders vinden. Lens R&D is een echt familiebedrijf. Naast Leijtens werken zijn vrouw en twee dochters er. Verder is er één andere medewerker.
Extra hypotheek
De cleanroom bouwde Leijtens zelf, en een deel van de apparatuur is mede betaald uit de erfenis van zijn schoonouders. Verder nam hij een extra hypotheek op zijn huis. "Het was wel een aantal keren behoorlijk kritisch. We waren misschien wel twaalf keer technisch failliet."
Het scheelde ook enorm dat de ESA een deel van de tests betaalde en technische ondersteuning verleende in opdracht van NSO.
Groot contract
Maar de moeite betaalt zich uit. Vorig jaar kreeg Lens R&D het grootste contract tot nu toe en Leijtens is in gesprek over een veel groter contract. Namen van opdrachtgevers mag hij niet noemen, wel dat het gaat om honderden stuks, met de optie op een paar duizend.
Voor de lange termijn zijn de vooruitzichten nu heel goed, aldus Leijtens. Als in de ruimtevaart producten eenmaal worden toegepast, dan is dit vaak voor tien of twintig jaar, voordat een volgende generatie wordt gebruikt, zegt hij. Verder zijn er volgens Leijtens nu in Europa nauwelijks concurrenten.
Cosine
Cosine heeft, in tegenstelling tot Lens R&D, ook klanten buiten de ruimtevaart, maar ruimtevaart is wel goed voor circa 80 procent van de omzet.
Cosine maakte vanaf het begin omzet en winst, vertelt Marco Beijersbergen, oprichter en nu directeur en een van de twee aandeelhouders. Hij zegde zijn baan op bij ESTEC en hij ging advies geven aan bedrijven en ESTEC, zodat deze samen producten kunnen maken. Daarvoor had Cosine zelf niet veel geld nodig, zodat het geen financiering nodig had.
Nu is de omzet van Cosine zo'n 14 miljoen euro. Over de winst wil Beijersbergen niets zeggen. Hij houdt het erop dat zowel de omzet als de winst gestaag groeien. Er werken zo'n 60 mensen.
Hyperscout
We leveren nu de dienstverlening voor het ontwikkelen van apparatuur om metingen uit te voeren, aldus Beijersbergen. Het gaat om prototypes en rapporten over hoe apparatuur werkt. Maar soms wordt apparatuur ook daadwerkelijk gebouwd. "Meestal is dat één exemplaar, een specifiek instrument dat de ruimte in gaat."
Het gaat dan bijvoorbeeld om Hyperscout, dat heel nauwkeurige beelden kan maken van de aarde. Zo kan verdroging van gewassen, overstromingen, algengroei in water, nieuwe bebouwing, en ontbossing, worden gemeten.
Ook bouwde Cosine de landingssensoren voor een voertuig dat op een komeet landde en voor een camera aan boord van het International Space Station. Nu werkt het aan de spiegel voor Athena, een grote ruimtetelescoop van de ESA.
Kansen
Beijersbergen ziet veel kansen in de ruimtevaartsector. "De ruimtevaart maakt een hele snelle ontwikkeling door, met steeds meer commerciële initiatieven."
"Nu is 70 procent van onze omzet in de ruimtevaartsector in opdracht van de ESA en 30 procent voor commerciële bedrijven. Ik denk dat dat snel 50-50 is."
Dat is volgens hem aantrekkelijk. "Want als er meerdere afnemers zijn, dan worden producten ook schaalbaarder. En wij kunnen dan efficiënter werken."