Nog nooit zoveel fouten in EU-begroting: zo werd gesjoemeld met subsidies
Dat er veel fouten worden gemaakt bij het uitgeven van EU-geld, is de laatste jaren wel gebleken. Maar dat er nauwelijks iets wordt geleerd van die fouten, baart de Europese Rekenkamer zorgen. Een greep uit de dubieuze uitgaven uit de gemeenschappelijke EU-begroting.
Want de EU-begroting staat opnieuw boordevol onregelmatigheden. Voor het vijfde jaar op rij zijn relatief veel fouten en slordigheden gevonden bij het uitdelen van subsidies en investeringen, blijkt uit controle door de Europese Rekenkamer, die als onafhankelijk toezichthouder de begroting jaarlijks doorspit.
Wat opvalt: het aantal fouten neemt de afgelopen jaren niet af, maar toe. De Europese Rekenkamer schat het foutenpercentage over het EU-budget van 2023 op 5,6 procent. Dat komt erop neer dat 10,7 miljard euro van de totale 191,2 miljard euro aan EU-uitgaven dubieus of verkeerd is besteed.
Niks geleerd
Er wordt ook niet geleerd van al die fouten. De foutmarge van 5,6 procent is een verdubbeling vergeleken met 2019, en bovendien een stuk hoger dan de drempel van 2 procent die als aanvaardbaar wordt beschouwd. Dat is waarom de auditors van de Europese Rekenkamer de EU-begroting (net als de afgelopen vier jaar) afkeuren.
Het gaat in veel gevallen om boekhoudkundige fouten bij het toekennen van subsidies voor (lokale) projecten in armere regio's. Het gaat dus niet per se om fraude. En daarnaast gaat het om veel gebrekkige aanbestedingen en overtredingen van staatssteunregels.
Daarbij zijn er wel verzachtende omstandigheden. De regels rond het aanvragen van EU-geld zijn vaak complex, wat kan leiden tot onopzettelijke fouten. Ook is soms sprake van tijdsdruk, zoals bij het aanvragen van subsidie uit het coronaherstelfonds, wat kan leiden tot slordigheden.
Fraude en corruptie
In een klein aantal gevallen vermoedt de toezichthouder fraude of corruptie. Bij de uitgaven van 2023 zijn twaalf nieuwe gevallen opgemerkt en doorgespeeld aan het Europees bureau voor fraudebestrijding en het Europees Openbaar Ministerie (EOM), dat over kan gaan tot vervolging.
Daarnaast werden twintig eerdere vermoedelijke fraudegevallen bij de uitgaven van 2022 en 2021 alsnog gemeld bij het EOM, blijkt uit het jaarverslag.
Van dure IT-apparatuur tot belangenconflicten
In het verslag worden die fraudegevallen niet specifiek genoemd. Wel geeft de Europese Rekenkamer een aantal voorbeelden van dubieuze uitgaven en overtredingen. Zo ontdekten controleurs dat een bedrijf in Tsjechië subsidie ten onrechte had uitgeven aan te dure IT-apparatuur. Bij een controlebezoek ter plaatste bleek die apparatuur ook nog eens te worden gebruikt door een dochterbedrijf dat helemaal niet in aanmerking kwam voor de uitgekeerde subsidie.
Andere genoemde voorbeelden zijn het niet terugbetalen van ingetrokken steungeld (Italië) en het niet openbaar aanbesteden van adviesdiensten aan mkb-bedrijven (Portugal). In Tsjechië bleek een deels door de EU gefinancierde nieuwe diagnosemethode voor aderverkalking nooit te zijn ontwikkeld. In Hongarije was een door de EU gesubsidieerde opdracht voor rechtsbijstand in meerdere kleinere opdrachten opgesplitst, vermoedelijk om zo de EU-drempel te omzeilen.
In Hongarije was ook sprake van een belangenconflict van een burgemeester die bij een renovatie van een gemeentelijk dagverblijf handelde als aanbesteder én inschrijver. Hoewel om die reden de volledige subsidie moest worden terugbetaald, bleek achteraf slechts 10 procent te zijn teruggevorderd.
Soms worden de regels op voorhand ook dusdanig gebogen om een aanbesteding voor EU-subsidie te winnen. Zo werden de technische vereisten voor het ontwerp van een automatische fietsenstalling in Tsjechië zo gedetailleerd opgesteld door lokale ambtenaren dat slechts één bedrijf kon winnen en mogelijke concurrenten dus werden uitgesloten. Niet geheel toevallig waren die vereisten opgesteld door een bedrijf dat ook nog eens mede-eigendom was van het winnende bedrijf.
'Verdedigingslinies' zijn lek
Hoewel dit losstaande voorbeelden zijn van foute uitbetalingen, constateert de Europese Rekenkamer dat er ook structureel veel mis gaat in sommige EU-lidstaten. De instelling is al langer zeer kritisch op nationale autoriteiten die meer zouden moeten doen voor het opsporen en voorkomen van hardnekkige fouten.
De zogenoemde 'eerste verdedigingslinie' functioneert niet, is een van de conclusies in het jaarverslag. Dat zijn nationale autoriteiten die in kaart moeten brengen of subsidie terecht is toegekend en dienen te controleren of het overgemaakte geld wel volgens afspraak is uitgegeven. Maar deze controles zijn de afgelopen zeven jaar 'nog niet doeltreffend'.
En ook de 'tweede verdedigingslinie', die bestaat uit auditautoriteiten in ieder EU-land die steekproefsgewijs vaststellen of gemaakte fouten wel of niet worden hersteld, presteert ondermaats. Bij alle 19 auditautoriteiten die in 2023 zijn gecontroleerd, kwamen tekortkomingen aan het licht.
Systeemgebrek
Het niet goed controleren en terugvorderen van verkeerd besteed EU-geld gaat zo al jaren fout en 'ondermijnt het afschrikkende effect' om de regels na te leven, concludeert de Rekenkamer, die daarom spreekt van een 'belangrijk systeemgebrek'.
De conclusies zijn koren op de molen voor critici die vinden dat EU-lidstaten te veel geld betalen aan 'Brussel' voor EU-projecten. Die kritiek klinkt vooral in landen die momenteel meer geld bijdragen aan de EU-begroting dan ontvangen (de zogeheten nettobetalers) zoals Nederland, Duitsland en Zweden.