Nooit meer

Nina wil nooit meer het verdriet om haar dode ouders wegstoppen

Door Anne Broekman··Aangepast:
© iStockNina wil nooit meer het verdriet om haar dode ouders wegstoppen
RTL

Nina Vergoossen (39) werd al jong wees. Toen ze zes was overleed haar moeder en op haar zevenentwintigste verloor ze haar vader. Het verdriet stopte ze weg, tot ze zelf moeder werd.

"In mijn pyjamaatje liep ik de trap af. Ik was zes jaar en bedacht me ineens dat ik nog geen kusje voor het slapengaan had gehad van mijn moeder. In de woonkamer zag ik veel mensen staan - van die drukte snapte ik al niets - maar niet mijn moeder. Verbaasd vroeg ik aan mijn vader waar ze was. 'Schatje, mama is dood', zei hij. Ze waren samen op een feestje bij de buren geweest, toen mijn moeder zei dat ze zich niet goed voelde. Eenmaal thuis werd ze onwel. In de armen van mijn vader is ze plotskaps overleden. Hoe jong ik ook was, ik besefte meteen dat ze nooit meer terugkwam. Ik liet me op onze grote witte bank vallen en begon heel hard te huilen."

Verdriet wegstoppen

"Ik ben nog op de uitvaart van mijn moeder geweest, maar daar weet ik niets meer van. Mijn verdriet stopte ik in een denkbeeldige doos, en die doos duwde ik ergens ver weg. Als kind pas je je makkelijk aan. Dat deed ik door heel lief te zijn, geen problemen te veroorzaken en veel in huis helpen, bijvoorbeeld in de zorg voor mijn vier jaar jongere broertje. Alles om het mijn vader makkelijker te maken. Ik weet nog dat ik vlak na mama’s dood erg ziek werd. Ik moest overgeven, het braaksel zat in mijn haren. Mijn vader zette me in bad. Ik zei toen: 'Sorry dat ik je tot last ben.' Dat brak mijn vaders hart."

"Waarschijnlijk is er tegenwoordig betere begeleiding voor kinderen die jong een ouder verliezen, maar destijds was dat niet zo. Ik kreeg geen therapie om met het verlies om te gaan en over mijn moeder werd eigenlijk nooit meer gepraat. Bij mijn vader voelde ik daar geen opening voor, ik merkte dat het hem pijn deed als ik iets over mama vroeg. Voor hem was het al een hele klus om ons gezin draaiende te houden, want hij werkte veel. Ik wilde hem niet tot last zijn, dus vroeg ik op den duur maar niets meer over mijn moeder."

Astrid wil nooit meer vluchten in haar werk
Lees ook

Astrid wil nooit meer vluchten in haar werk

"Bij vriendinnetjes thuis voelde ik soms een steek van jaloezie. Zij hadden nog wel een moeder die na school thuis was en warme chocomel maakte. Ik was al vroeg zelfstandig en fungeerde als een soort moederfiguur voor mijn broertje. Op mijn elfde zette ik zelf de wekker, smeerde ik onze boterhammen en zorgde ik ervoor dat we op tijd op school kwamen. Onbezorgd kind zijn kon ik niet."

Enorme klap

"Bij mijlpalen miste ik mijn moeder extra. Mijn eerste behaatje kocht ik met een lieve tante, maar ik weet nog dat ik toen in de winkel dacht: dit had ik liever met mijn moeder gedaan. Mijn verdriet hield ik goed verborgen. Ik wilde niet zielig worden gevonden en vooral geen medelijden krijgen. Ook niet toen ik twaalf jaar geleden plots mijn vader verloor. Door hartfalen raakte hij in een coma. Drie dagen lag hij in het ziekenhuis, toen werd de behandeling gestaakt en overleed hij. Ik wist dat dit beter was voor hem, hij wilde geen kasplantje zijn. Toch was zijn overlijden een enorme klap voor mij. Het laatste beetje ouderlijke basis dat ik had, viel weg. Ik stond er nu echt alleen voor. Maar er kwam veel op me af qua regelwerk, waardoor ik amper tijd had om te rouwen."

"Twee jaar na mijn vaders dood raakte ik zwanger. De geboorte van mijn zoontje was overweldigend en heel confronterend voor mij. Het was een trigger naar veel oud zeer dat ik nooit verwerkte had. Mijn ouders miste ik ineens enorm, het deed me zoveel verdriet dat zij mijn kind nooit zouden zien. Langzaam gleed ik in een depressie. Ik trok me terug en zag amper nog mensen. Nergens had ik energie voor. Ik moest op een dag de garage bellen om een afspraak te maken. Dat was de enige taak van die dag, en zelfs dat lukte me niet. Mede door mijn depressie groeiden mijn toenmalige man en ik uit elkaar en er volgde een scheiding. In die tijd verloor ik ook nog eens mijn baan. Alles kwam samen, en ik kreeg heel donkere gedachten."

Hulp nodig

"Op mijn dieptepunt reed ik een keer in de auto over een weg met veel bomen in de berm. Ik dacht: als ik nu een ruk geef aan het stuur ben ik van alles af, wie gaat mij nou missen? Meteen daarna dacht ik aan mijn zoontje. Natuurlijk wilde ik hem geen verdriet doen. Op dat moment besefte ik dat ik hulp nodig had. Ik ben toen diverse therapieën gaan volgen, maar niets kwam echt bij mij binnen. Tot ik het boek Gids voor verlaat verdriet van Titia Liese las. Dit raakte mij snoeihard. Ik ben niet gek, realiseerde ik me. Waar ik mee worstelde, had een naam. Verlaat verdriet zie je vaak bij kinderen die jong ouderverlies meemaken. Hun basis valt weg, maar ogenschijnlijk gaan ze daar goed mee om. Bij mij zag je ook nooit iets aan de buitenkant. Maar verdriet kun je niet eeuwig wegduwen. Het is als een strandbal die je onder water probeert te drukken, en die weer keihard in je gezicht omhoog komt."

Het schilderij is gemaakt aan de hand van een foto van Nina en haar moeder. Nina was hier drie jaar oud.© Leon Duinmaijer
Het schilderij is gemaakt aan de hand van een foto van Nina en haar moeder. Nina was hier drie jaar oud.

"Voor het eerst ging ik het rouwproces aan. Ik volgde een cursus waarbij ik mijn levensverhaal moest opschrijven, en dat was zo bevrijdend. Alle details schreef ik op: hoe ik als meisje de trap afkwam, wat ik zag, wat ik dacht, wat ik voelde. Hoe ik de dagen in het ziekenhuis met mijn vader in coma heb beleefd. Tijdens het schrijven huilde ik veel. Alle tranen die ik al die jaren had ingehouden kwamen eruit. Ik had altijd veel last van rugpijn, soms kwam ik amper mijn bed uit. Opgekropt verdriet gaat in je lichaam zitten, weet ik nu. Door die tranen te laten stromen, ging het langzaam beter met mij en verdween de rugpijn."

Anderen helpen

"Het gaat nu goed met mij, en inmiddels help ik anderen die te maken hebben gehad met jong ouderverlies en die graag van overleven naar leven willen gaan. Want dat doe ik nu. Het verlies van mijn ouders is minder zwaar en beheerst mijn leven niet meer. Met Vader- of Moederdag ben ik nooit zo bezig, en ook niet met de sterfdagen van mijn ouders. Ik wil juist hun leven vieren, dus liever sta ik stil bij hun verjaardagen. Nog altijd voel ik hun energieën om mij heen. Dat is fijn en dat koester ik. Ik ben nooit meer alleen."

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.

Nooit meer? 

Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl

Lees meer over
Nooit meerRouw