De opvoedkwestie

'Mijn vriendinnen vragen afkeurend waarom ik niet werk'

Door Anne Broekman··Aangepast:
© iStock'Mijn vriendinnen vragen afkeurend waarom ik niet werk'
RTL

Fabiënne gaf haar baan op toen haar jongste kind werd geboren. Zij vindt het prima om niet meer te werken en thuis te zijn voor de kinderen, maar haar omgeving denkt er anders over.

Vier jaar geleden kreeg Fabiënne haar tweede kind en stopte ze met werken. "Mijn man en ik konden ons dit financieel veroorloven en ik vond het fijn om thuis bij onze zoons te blijven. Nu mijn jongste ook naar de basisschool gaat, krijg ik vaak van vriendinnen de vraag wanneer ik 'nou weer eens aan de bak ga'. Het kan aan mij liggen, maar ik voel daarin een afkeuring en een oordeel."

"Eerlijk gezegd ben ik voorlopig niet van plan om te gaan werken, ik wil niet dat de jongens naar de bso gaan. Maar zelfs mijn moeder begint te vissen wat mijn toekomstplannen zijn. Hoe trek ik het me minder aan wat anderen van mijn thuisblijfmoeder-bestaan vinden?"

'Mijn dochter (7) verpest de vakantiesfeer'
Lees ook

'Mijn dochter (7) verpest de vakantiesfeer'

Alles wat anders is dan de traditionele vorm - de parttime werkende moeder en de voltijds werkende vader - roept onbewust iets op bij mensen, zegt orthopedagoog Loes Waanders. "Daarbij komt dat vrouwen anders worden beoordeeld dan mannen: werkt een vrouw fulltime dan wordt ze gezien als een minder betrokken moeder, zorgt ze fulltime voor de kinderen dan wordt ze gezien als minder ambitieus. Op dit gebied valt er dus nog een hoop te winnen."

"Het komt erop neer dat je het als fulltime werkende of fulltime zorgende moeder voor de buitenwereld eigenlijk nooit goed doet. Dat je in die vraag een oordeel voelt, klopt. Het is een suggestieve vraag met het idee dat er maar één optie is: werken. Veel mensen zijn zich hier niet van bewust, en je kunt dit jouw gesprekspartner teruggeven. Geef aan wat het met jou doet, zeg bijvoorbeeld: 'Door het stellen van deze vraag krijg ik het gevoel dat je mijn keuze afkeurt'." 

Waanders benadrukt dat het meestal niet kwaad bedoeld is. "Vaak doen anderen aannames vanuit hun eigen ervaring en ideeën. Kortom: probeer zonder oordeel het gesprek met elkaar aan te gaan. Hierdoor blijft het niet alleen maar in jouw hoofd zitten."

'Onthoud: een ander doet het niet beter, maar anders.'

Ook raadt de orthopedagoog aan om alert te blijven op wat er in je hoofd gebeurt in zo’n situatie: "Vaak gaan we twijfelen aan onszelf of ontstaat er een innerlijke kritische stem ('Moet ik niet toch gaan werken omdat…'). Vervang deze voor een milde: 'Ik vind het lastig dat zij een oordeel velt over mijn keuze, dat is logisch want ze is een vriendin en ik hecht normaal veel waarde aan haar mening'. En onthoud: een ander doet het niet beter, maar anders."

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Opvoedkwestie-tag hieronder en vervolgens links bovenin op 'Volgen'.

Lees meer over
De opvoedkwestieOpvoedingCarrière