Lisette werkt bij de zelfmoordpreventielijn: 'Soms zijn ze al onderweg om het te doen'
Wat zeg je tegen iemand die zelfmoord wil plegen? Lisette (32) weet door haar werk bij Stichting 113 dat het geen zin heeft om in discussie te gaan. "Voor de mensen die ons bellen is zelfmoord een nooduitgang. Die kan en wil ik niet voor ze sluiten."
Vandaag werd bekend dat medewerkers van 113 Zelfmoordpreventie (0900-0113) in 2019 ruim 93.000 gesprekken met suïcidale mensen via de telefoon en chat. Dat aantal is bijna drie keer zoveel als in 2016.
Wij maakten in 2018 dit interview met een medewerker van de 113-hulplijn.
"Goedemiddag, je spreekt met 113." Op het hoofdkantoor van de zelfmoord-preventielijn in Amsterdam druppelen de telefoontjes binnen. "De piek ligt tussen 20 uur 's avonds en 1 uur 's nachts", vertelt Lisette aan RTL Nieuws. "Mensen zijn dan thuis, klaar met hun werk, de kinderen liggen op bed. Dan hebben ze alle tijd om te gaan piekeren, niet in slaap te komen, zich naar te voelen."
150 gesprekken per dag
Lisette Spanjar uit Amsterdam is psycholoog en werkt al zo’n drie jaar bij Stichting 113 Zelfmoordpreventie. Dat is de nationale organisatie voor preventie van suïcide. Mensen met zelfmoordgedachten of –plannen kunnen daar naartoe bellen. De medewerkers van 113 gaan dan het gesprek aan en kunnen mensen doorverwijzen naar online therapie of zelfhulp.
Er worden bij de hulplijn iedere dag zo'n 150 tot 200 crisisgesprekken gevoerd. Dat gaat zowel telefonisch als via een online chatprogramma. Wanneer we Lisette spreken, heeft ze net meegekeken bij zo'n crisis-chat. "Vooral jongeren weten ons op die manier goed te vinden."
'Niet meegaan in paniek'
Maar wat zeg je tegen iemand die suïcidale gedachten of zelfs plannen heeft? "Ik neem op en zeg: 'Met Lisette van 113', en daarna begint de ander zijn verhaal." Het belangrijkste is volgens Lisette dat je zelf rustig blijft. "De ander is vaak heel erg in paniek en heeft zoveel verdriet, dat het gevaar bestaat dat je daar in meegaat. Dat moet je niet doen."
Wat je ook niet moet doen is een methode noemen waarmee mensen zelfmoord kunnen plegen. "Zo plant je als het ware een zaadje in iemands hoofd, en uit onderzoek blijkt dat de kans dan groter wordt dat diegene het ook daadwerkelijk op die manier gaat doen."
'Heb je al een plan?'
Wat dan wel? "Als eerste wil ik het hebben over de veiligheid. Je maakt duidelijk dat je iemand hoort, dat je hem of haar begrijpt en steunt, maar je vraagt ook meteen: wat ben je nu aan het doen? Je belt ons, heb je al een plan of voorbereidingen om zelfmoord te plegen?"
Het antwoord op die vraag is geregeld 'ja'. "Ik heb een paar keer gehad dat mensen belden terwijl ze al onderweg waren, of bijvoorbeeld al bepaalde spullen voor zich hadden liggen. Dan vraag ik of ze in ieder geval gedurende het gesprek toch even willen gaan zitten en die spullen weg te leggen. 'We gaan het over moeilijke dingen hebben', zeg ik dan. 'En ik wil niet dat je in een vlaag van paniek toch een onomkeerbare beslissing neemt'."
Andere oplossing
Als de mensen bereid zijn om even rustig te praten, vervolgt Lisette het gesprek. "Dan vraag ik: wat maakt nou dat je je zo ontzettend rot voelt? Zijn er mensen met wie je dit bespreekt? Kun je hierover praten met een familielid of misschien je huisarts? Je probeert het probleem op tafel te leggen, er met z'n tweeën naar te kijken en dan te laten zien dat er misschien ook een andere oplossing is dan zelfmoord."
Volgens Lisette is het belangrijk dat de beller weet dat de gedachte aan zelfmoord er mag zijn. "Het kan en mag er zijn, het is niet gek. Het is niet erg dat je je zo ongelooflijk rot voelt of dat er zoveel aan de hand is dat de gedachte aan zelfmoord in je opkomt. Het is niet iets positiefs, maar het is wel normaal. En we gaan samen kijken wat we kunnen doen om je beter te gaan laten voelen."
Niet in discussie
Een grapje in het gesprek kan volgens Lisette best. "Dat is ook een vorm van contact leggen. Het is niet zo dat ik aan het moppen tappen sla, maar met humor kun je wel een klein beetje zwart van het gesprek weghalen."
Lisette gaat nooit de discussie aan. "Je moet iemand niet te veel naar het leven proberen te trekken door bijvoorbeeld alle positieve kanten van het leven te gaan benoemen. De kans is groot dat de ander dan juist de keuze voor zelfmoord gaat verdedigen, en daardoor nog meer overtuigd raakt dat dat de oplossing is voor zijn of haar problemen." (Tekst gaat verder onder het kader)
Vijf zelfmoorden per dag
- Gemiddeld plegen in Nederland 5,2 mensen per dag zelfmoord. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.
- In 2016 hebben 1.894 mensen een einde aan hun leven gemaakt. Dat waren er 23 meer dan in 2015, maar gerelateerd aan de bevolkingsopbouw blijft het zelfdodingscijfer sinds 2013 op hetzelfde niveau.
- Twee keer zoveel mannen als vrouwen overlijden in Nederland als gevolg van zelfdoding. In 2016 waren dit 1.279 mannen tegenover 615 vrouwen.
- De meeste mensen die zelfmoord plegen, zijn tussen de 50 en de 60 jaar oud.
- In 2016 pleegden 48 mensen die jonger dan 20 waren zelfmoord.
- In 2016 pleegden per 100.000 inwoners 14,7 personen in Groningen zelfmoord. Daarmee is Groningen de provincie met relatief het hoogste aantal zelfdodingen.
- De zelfdodingscijfers zijn in Zuid-Holland relatief het laagst.
- Vergeleken met andere Europese landen komt zelfdoding in Nederland relatief weinig voor. Uit recente cijfers blijkt dat in Rusland zelfdoding het meest voorkomt (21 per 100.000 inwoners), gevolgd door Hongarije en Slovenië.
Bron: Stichting 113
'Sterkte en succes'
"Aan het einde van het gesprek vraag ik: wat ga je nu na afloop doen? Meestal hebben mensen die ons bellen al eerder dit soort gevoelens gehad. Ik vraag dan wat hen de vorige keer heeft geholpen om zich weer een beetje beter te voelen. Dat kan wandelen zijn, muziek maken of luisteren. En geef ze advies over hoe ze het met hun huisarts kunnen bespreken. En daarna wens ik ze sterkte en succes, en beëindig ik het gesprek."
Op de vraag hoe Lisette zo'n gesprek voor zichzelf afsluit, zegt ze: "Dat doe ik door me te realiseren dat het toch de verantwoordelijkheid van een ander blijft. Eén gesprek met een crisislijn kan niet de oplossing zijn voor alle problemen. Dus ik relativeer mijn eigen macht. En ik bespreek het ook met collega’s als ik twijfel over of ik iets wel goed heb aangepakt", vertelt ze. "Ik kan het gelukkig goed loslaten, want als je deze gesprekken elke keer mee naar huis neemt is het vragen om een burn-out."
Depressieve maand
Na dit soort gesprekken gaat Lisette met een fijn gevoel naar huis. Maar dat is niet altijd het geval. "Er belde ook eens een jongen die heel depressief klonk. Hij deed helemaal niets meer, en wilde ook niets. Wat voor pogingen ik ook deed, er zat gewoon geen ruimte voor verbetering of verandering meer in. Na zulke gesprekken stap ik op mijn fiets en denk ik wel van: goh, er zit hier ergens iemand op zijn kamertje heel verdrietig te zijn, en ik kan hem niet helpen. Dat is wel moeilijk."
Stichting 113 ziet op bepaalde momenten in het jaar een piek in het aantal telefoontjes en chatgesprekken. "In januari natuurlijk, dat wordt door veel mensen wel gezien als een depressieve maand. Maar ook met kerst bellen veel mensen. Vaak wordt op die momenten juist heel duidelijk hoe eenzaam mensen zijn, of hoe slecht het contact is met je vrienden en familie."
Anthonie Kamerling
Ook zien ze een piek als de lente begint. "Dat is natuurlijk een heel vrolijke periode. Mensen voelen zich goed, gaan de terrassen op. Maar als jij dat niet zo voelt, wordt dat contrast ineens heel goed zichtbaar."
Op het moment dat een beroemd persoon zelfmoord pleegt, staat de telefoon bij 113 roodgloeiend. "Dat zag je bijvoorbeeld bij Anthonie Kamerling en Joost Zwagerman, dan is er echt een stormvloed aan mensen die bellen. We hebben zelfs speciale teams die stand-by staan voor het moment dat een bekend persoon zelfmoord pleegt. Wat je dan namelijk ziet is dat mensen die al langer met zelfmoordgedachten rondlopen denken: 'als het voor hem een oplossing is, waarom niet voor mij?' Op die manier kan het mensen een soort laatste zetje geven."
De rol van de media is bij zo'n gebeurtenis cruciaal, zegt Lisette. "Het is heel belangrijk dat de berichtgeving rond zo'n zelfmoord neutraal is, en dat er géén methode genoemd wordt. Als dat wel gebeurt, zie je dat er sprake is van copycat-gedrag. Mensen gaan diezelfde methode gebruiken om zelfmoord te plegen."
Knettergek
Op de vraag waarom mensen naar 113 bellen, zegt Lisette: "Zelfmoord is natuurlijk heel tegenstrijdig. Aan de ene kant wil iemand dood, want dat biedt op dat moment rust en bescherming. Maar aan de andere kant is doodgaan ook iets heel engs, en mensen willen daar vaak toch over praten."
Omdat er een taboe op rust, kunnen de meeste mensen er niet in hun omgeving over beginnen als ze wel eens denken aan zelfmoord. "Vaak denken mensen dat anderen hen dan knettergek vinden, of zijn ze bang dat ze meteen worden opgenomen. Daarom is het goed dat ze naar ons kunnen bellen, want mensen willen graag zeker weten dat ze de goede keuze maken, of gewoon even gehoord worden."
'Leugen vrat haar op'
Toch is er wel een gesprek dat haar altijd bij zal blijven. "Ik nam de telefoon op en aan de andere kant van de lijn was een meisje, ik denk van mijn leeftijd, helemaal in paniek. Ze wilde zelfmoord plegen en was ervan overtuigd dat dat de enige oplossing was voor haar problemen."
Toen Lisette haar vroeg wat er aan de hand was, vertelde ze dat ze al drie jaar lang tegen iedereen gelogen had dat ze aan het studeren was, maar dat deed ze helemaal niet. "En die leugen vrat haar helemaal op. Ze vond het zo verschrikkelijk. Ze dacht: ik kan maar beter zelfmoord plegen want ik doe hier iedereen zoveel pijn mee, en niemand vergeeft me dit."
Toch bespreken
Lisette wist in het gesprek de paniek weg te halen en stelde het meisje toen de vraag: 'Als jij nou je moeder zou zijn, zou je dan willen dat je wel of niet naar haar was toegekomen met dit probleem?'. "Toen kwamen we samen tot de conclusie dat zij toch zou willen dat ze het met haar zou bespreken, en dat werd toen ook het advies."
Aan het einde van het gesprek vroeg Lisette of het meisje misschien nog even wilde bellen om te vertellen hoe het gesprek met haar moeder gegaan was. "Dat heeft ze gedaan. Ze vertelde dat iedereen wel even schrok en dacht: wat is dit? Maar ze zeiden ook meteen dat ze het heel naar voor haar vonden en dat ze haar graag wilden helpen."
Dat was een enorm opluchting, vertelt Lisette. "Hoewel de zelfmoordgedachten nog niet weg waren, voelde het voor haar echt alsof er een last van haar schouders was gevallen. Hierna zijn we toen een therapietraject begonnen. En dat hebben we goed af kunnen sluiten."
Egoïstisch?
Lisette vindt dat er vaak te hard geoordeeld wordt over mensen die zelfmoord plegen. "Sommige mensen noemen het 'de meest egoïstische daad' en zeggen dat je zoiets niet kunt maken. Maar ik denk dat wij ons niet kunnen voorstellen hoe het is om zo'n beslissing te nemen en hoe diegene zich dan voelt. Het zou helpen als er meer over gepraat wordt, want dan zou de drempel misschien ook lager worden voor iemand met zelfmoordgedachten om die met anderen te bespreken."
Dat is dan ook wat ze iedereen die rondloopt met de gedachte aan zelfmoord aanraadt. "Praat erover en zoek hulp, want dat helpt. Blijf er niet in je eentje mee rondlopen, maar ga het gesprek aan. Dat kan met je huisarts, maar ook met je omgeving. Het is namelijk niet gek om die gedachte te hebben, maar het is wel goed om te kijken hoe het komt dat je je niet goed voelt."
Levens redden
Volgens Lisette redden zij en haar collega's bij 113 levens. "Dat heeft niet altijd een definitief karakter, maar ik denk wel dat we mensen, door het gesprek aan te gaan, na laten denken over hun besluit en dat ze dat daardoor misschien uit- of zelfs afstellen."
Daarom vindt ze het belangrijk om te vertellen wat 113 doet en hoe ze te werk gaan. "Ik weet dat er mensen zijn die nog nooit van ons gehoord hebben, maar het is belangrijk dat iedereen weet dat wij er zijn, en dat we luisteren."
Heb jij vragen over zelfmoord?
Openingstijden: 24 uur, 7 dagen per week
Meer op rtlnieuws.nl: