Nooit meer

Sonja (40) wil nooit meer werken: 'Was continu ziek en gestrest'

Door Anne Broekman··Aangepast:
© iStockSonja (40) wil nooit meer werken: 'Was continu ziek en gestrest'
RTL

In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: haar ervaringen op de werkvloer waren niet al te best door vervelende collega’s en veel stress. Een half jaar geleden stopte Sonja (40) dan ook met werken.

"Op mijn laatste werkplek liep ik al gauw vast vanwege de hoge werkdruk en een nare collega. Ik kaartte mijn problemen aan bij onze leidinggevende, maar daar kreeg ik weinig steun van. In tegendeel, zij benadrukte steeds dat ze hoge verwachtingen van mij had en wilde dat ik promotie maakte 'omdat ik zo veel in mijn mars had'.

Maar dat was deels mijn probleem: ik wil helemaal geen moeilijk werk en hogerop, ondanks mijn universitaire graad. Mensen zien mijn struggle niet. Als ik weer iets op mijn bordje kreeg, dacht ik alleen maar: laat me toch met rust. Soms ging ik aan mezelf twijfelen: moest ik niet ambitieuzer zijn? Maar die drukte en de ratrace kan ik niet aan. En nu boeit het mij ook niet meer. Ik ben klaar met dat gestress."

Elleke wil haar zusje nooit meer geld lenen: 'Gehad met haar smoesjes'
Lees ook

Elleke wil haar zusje nooit meer geld lenen: 'Gehad met haar smoesjes'

"Vroeger wilde ik graag bioloog worden, de natuur en dieren vond ik erg interessant. Nadat ik mijn vwo-diploma haalde, nam ik een tussenjaar waarbij ik in een winkel werkte. Een vriendin ging bedrijfskunde studeren en dat klonk leuk. Ik zag het helemaal voor me: werken bij een groot bedrijf, de corporate ladder bestijgen en succesvol zijn. Ineens wilde ik dat ook, terwijl dat helemaal niet bij mij past.

Wat bij deze beslissing meespeelde, is dat ik vanuit mijn ouderlijk huis geen vangnet had. Mijn ouders hadden niet veel geld, ik wist dat ik mezelf moest kunnen bedruipen. Baangarantie en een goed salaris waren erg belangrijk voor mij. Daarmee kreeg ik een gevoel van veiligheid."

Op mijn tandvlees

"De studie vond ik ruk. Vooral de vele presentaties waren een hel. Daar was ik zo zenuwachtig voor, dat ik weleens ben flauwgevallen. Daarna gebruikte ik soms bètablokkers als ik een grote presentatie had. Eigenlijk wilde ik al in mijn eerste jaar ermee stoppen, maar dan zou ik een grote studieschuld hebben. Op mijn tandvlees maakte ik de studie af."

"Tijdens mijn studie liep ik stage bij een groot farmaciebedrijf, daar kreeg ik na mijn afstuderen een baan aangeboden. Ergens voelde ik dat ik dat helemaal niet wilde, maar ik had het inkomen nodig. Vanuit angst en verantwoordelijkheidsgevoel nam ik de baan aan, en niet omdat het mij nou zo leuk leek.

Maar kijken naar wat ík graag wilde, was geen optie. Mijn vader zei altijd dat zo veel mogelijk geld verdienen het allerbelangrijkste was. Dus dat deed ik dan maar."

Leven op de automatische piloot

"Tien jaar lang werkte ik bij dat bedrijf. Per dag was ik bijna drie uur kwijt aan reistijd, maar thuiswerken was toen nog een no-go. Ik leefde op de automatische piloot: rond zes uur ’s morgens de deur uit, om zeven uur pas thuis, eten en naar bed. Na negen jaar was ik op. Ik kreeg een burn-out en tot overmaat van ramp overleed mijn vader. Ik zat er doorheen en zegde mijn baan op."

"Het was mijn bedoeling om even op adem te komen, maar toen kwam er op tien minuten fietsen een functie vrij die precies paste bij mijn opleiding en ervaring. Mijn omgeving pushte mij om toch te solliciteren, dit was toch een mooie kans? Een week heb ik thuis gerust, daarna kon ik daar aan de bak op de marketingafdeling.

Het voelde meteen niet goed vanwege de onveilige werkomgeving. De sfeer was slecht, er waren veel pesterijen. Dan was er iemand jarig en werd er taart uitgedeeld, maar werden sommige collega’s overgeslagen. Of mensen kregen expres geen uitnodiging voor een vergadering waar ze wel bij moesten zijn. Iedere vooruitgang werd tegengehouden door onze verzuurde chef."

Opnieuw een burn-out

"Ella, een oudere vrouw op onze afdeling, ontfermde zich een beetje over mij. Eerst vond ik dat wel fijn, ik had een maatje nodig in die vijandige omgeving. Maar na een tijdje werd het irritant. Ze bemoeide zich met alles wat ik deed, wachtte mij op bij de fietsenstalling of koffieautomaat en wilde altijd maar met mij praten. Ellenlange gesprekken, waarbij ik met moeite kon wegkomen. Met buikpijn ging ik naar mijn werk, ik had altijd een lamlendig gevoel en in het weekend telde ik de uren af voordat ik weer 'moest'. Opnieuw kreeg ik een burn-out, dit keer al na een jaar."

"Ik mocht re-integreren op een andere afdeling, waar ik daarna kon blijven. Eigenlijk wilde ik helemaal weg bij dat bedrijf, maar hr praatte mij om. En ik twijfelde inmiddels aan mezelf: overal was het ellendig, blijkbaar hoorde werken zo rottig te zijn. Maar ook deze werkplek was vreselijk. Nu weet ik dat ik simpelweg die hele sector niet leuk vind, maar dat wilde ik toen nog niet onder ogen zien.

Ik raakte bevriend met mijn collega Joris. Aanvankelijk konden we samen lachen, het was gezellig. Ook privé gingen we met elkaar om. Dat voelde veilig, na die pesterijen op mijn vorige afdeling. Maar Joris, een alleenstaande man van middelbare leeftijd, was eenzaam en ging mij claimen. Hij werd dwingend en wilde steeds meer. Dan hoorde hij dat mijn man en ik die avond naar de film gingen, en nodigde hij zichzelf uit. Zaten we ineens met z’n drieën in de bios. En een keertje pokeren bij ons thuis dwong hij af tot een wekelijkse prik."

Verschuilen achter coronaregels 

"Toen kwam corona. Voor mij een zegen, want ik hoefde niet meer naar kantoor. Maar toen ging Joris mij steeds bellen. Zogenaamd voor werkdingen, maar hij hing maar niet op, een gesprek duurde soms anderhalf uur. Ik merkte dat de afstand mij juist goed deed en verschool me achter de coronaregels. Ook daarin was hij pushy. Dan riep hij schijt te hebben aan die regels en dat hij toch graag langs wilde komen.

Ik merkte dat ik langzaam weer overspannen raakte en zei tegen Joris dat ik behoefte had aan meer ruimte voor mezelf. Daarop reageerde hij gepikeerd. Toen we weer op kantoor gingen werken, keerde hij zich tegen mij. Dan gaf hij mij de schuld van dingen die fout waren gegaan of hij ontkende bepaalde afspraken die ik met hem gemaakt had."

"Met alleen het salaris van mijn man zou het krap worden, maar het moest lukken. Dan maar geen etentjes en dure vakanties meer."

"Mijn kracht was op, ik was leeg. Ik kwam in een soort midlifecrisis: moest ik dit werk echt nog meer dan twintig jaar doen? Ik wist dat het probleem ook bij mezelf lag omdat ik moeite heb om mijn grenzen aan te geven. Daardoor kunnen mensen zo ver gaan bij mij, ten koste van mijn eigen welzijn en gezondheid.

Vorig jaar kwam ik weer met een burn-out thuis te zitten. Toen ik ben gaan rekenen en dacht ik: fuck it, ik stop er gewoon mee. Werken maakte mij continu ziek en gestrest, dat wilde ik niet meer."

1200 euro leefgeld

"Natuurlijk was deze stap eng. Je bent gewend aan een bepaald gezamenlijk inkomen en je denkt dat dat zo hoort. Met alleen het salaris van mijn man zou het krap worden, maar het was te doen. We zouden nog zo’n 1200 euro aan leefgeld overhouden voor ons gezin met een kind. Dat moest lukken, dan maar geen etentjes en dure vakanties meer. Ik was zó opgelucht toen ik mijn ontslag indiende. Daarna telde ik de dagen af tot ik eindelijk voor het laatst op kantoor was geweest."

"Stoppen met werken was de beste keuze ooit. Het geeft rust. In het begin voelde het als spijbelen: iedereen ging ’s morgens naar het werk behalve ik. Het voelde alsof ik niets meer bijdroeg aan de maatschappij. Gelukkig heb ik dat idee kunnen loslaten.

Toen ik nog werkte, was ik altijd angstig en gespannen. Ik had standaard een opgejaagd gevoel en hartkloppingen. Nu, na een half jaar niet werken, is dat compleet weg. Mijn humeur is beter, ik slaap weer goed en de relatie met mijn man is verbeterd omdat ik vrolijker ben en mijn frustraties niet meer op hem afreageer."

Financieel afhankelijk

"Dat ik nu van hem financieel afhankelijk ben, vind ik niet erg. We zijn al tweeëntwintig jaar samen, ik heb vertrouwen in ons huwelijk. Momenteel volg ik een thuisopleiding tot vormgever, misschien ga ik daarna freelancen.

Voor een baas op kantoor werken doe ik nooit meer. Sterker nog: het liefst werk ik helemaal nooit meer. Op dagelijkse basis met mensen omgaan die je zelf niet hebt uitgekozen: nee, dank je. Ik kies voortaan mijn eigen pad."

De namen in dit artikel zijn wegens privacyredenen gefingeerd.

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.

Nooit meer? 

Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl

Lees meer over
Nooit meerWerknemersWerkgelegenheidBurn-outPestenGeldSalarisEditie NL Link in bio