Carrièreswitchers

Van architect naar clown, van bank naar uitvaartsector: 'Salaris gehalveerd, wél gelukkiger'

Door Paula Vaarkamp··Aangepast:
© privéfoto/ Nancy Zwaal FotografieVan architect naar clown, van bank naar uitvaartsector: 'Salaris gehalveerd, wél gelukkiger'
RTL

Droom jij stiekem van ander werk, maar durf je de stap niet te zetten? Dan ben je niet de enige. Het maken van een carrièreswitch kan doodeng zijn, weten ook Diana Verdaasdonk en Arthur Pirenne. Toch besloten zij na lang wikken en wegen de knoop door te hakken en te wisselen van baan. "Waarom ik niet eerder van baan veranderde? Ik denk uit angst voor het onbekende."

'Eindelijk komt er nu iemand thuis die gelukkig is'

Diana Verdaasdonk (55) werkte 32 jaar met weinig plezier bij de bank. Sinds een paar jaar is ze uitvaartverzorgende en verdient ze de helft minder, maar is ze eindelijk écht gelukkig.

Diana: "Ik verdien nu de helft minder dan voorheen."© Nancy Zwaal Fotografie
Diana: "Ik verdien nu de helft minder dan voorheen."

Haar hele leven twijfelde Diana al over 'wat ze wilde worden'. "Na de middelbare school begon ik met de opleiding ziekenverzorging. Al snel ontdekte ik dat ik daar geen plezier uit haalde en na een paar jaar stopte ik met studeren, om te gaan werken via een uitzendbureau. In de tussentijd hoopte ik dat ik zou ontdekken wat ik dan wél wilde doen."

Angst voor het onbekende

Via het uitzendbureau werd Diana aangenomen bij een bank, waar ze uiteindelijk 32 jaar werkzaam bleef. "Dat had ik vooraf natuurlijk nooit verwacht. Het bankwezen was eigenlijk ook niks voor mij, blijkt achteraf. Door verschillende opleidingen te volgen en te wisselen tussen afdelingen en functies ontwikkelde ik mezelf, maar echt blijdschap haalde ik nooit uit mijn werk."

"Ik vond het vreselijk saai en kon het nooit goed doen. Waarom ik nooit wisselde van werkgever? Ik denk uit angst voor het onbekende. Het werk betaalde goed, dat was een fijne zekerheid. En ik had ook geen idee wat ik anders moest doen: ik had alleen papieren voor het bankwezen."

De situatie veranderde toen Diana’s schoonvader in 2010 overleed. "Ik heb toen alles geregeld. Teksten schrijven, muziek uitkiezen, helpen met het organiseren van de uitvaart. Hoewel ik verdrietig was vanwege het verlies, voelde ik me als een vis in het water. Ik vond het fijn om mijn schoonfamilie te ontzorgen – en voor het eerst in lange tijd voelde ik me echt gewaardeerd voor het werk dat ik deed."

Het zaadje was geplant: Diana ging op zoek naar mogelijkheden in de uitvaartbranche. "Ik stuitte op verschillende opleidingen, maar die waren allemaal erg prijzig en intensief. Dat zou nooit lukken naast mijn fulltimebaan. Een tijdje heb ik het toen weer op een zijspoor gezet om verder te gaan met wat ik al deed, maar de uitvaartwereld liet me nooit los."

Onverwachts cadeautje

Acht jaren verstreken tot bij de bank een reorganisatie plaatsvond. "We moesten kiezen tussen meegaan in de reorganisatie of vertrekken met een regeling. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Dankzij de regeling kon ik de opleiding volgen die ik destijds had gevonden. Na een informatiedag wist ik het meteen: 'Dit zijn mijn mensen, dit is mijn wereld'. Dat is zo'n bijzonder gevoel, dat ik het lastig vind om uit te leggen."

Met veel plezier volgde Diana de opleiding Uitvaartverzorger, en niet zonder succes: in januari 2019 kreeg ze gedurende haar stage een baan aangeboden bij een uitvaartbedrijf. "Ik kon mijn oren niet geloven. Veel mensen willen de uitvaartwereld in, dus ik schatte mijn kansen laag in. Nu weet ik dat ik goed ben in mijn vak, maar in die tijd dacht ik altijd dat ik niet goed genoeg was."

Moe, maar voldaan

Sinds Diana als uitvaartverzorgende werkt, gaat ze met veel plezier naar haar werk. "Voorheen had ik verschillende lichamelijke klachten. Die zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. Ik wist meteen dat ik de juiste keuze had gemaakt en wil dit werk nog tot ver na mijn pensioen doen. Het geeft zó veel energie."

Na een uitvaart is Diana moe, maar het is een andere moeheid dan na een week werken bij de bank, zegt ze. "Toen kwam ik elke vrijdag uitgeput thuis, om mezelf maandag weer naar kantoor te slepen. Nu mogen ze me elke dag bellen en dan sta ik meteen te popelen. Het is zo mooi om praktische zaken bij mensen uit handen te nemen, zodat zij zich volledig kunnen focussen op het rouwproces."

Wel verdient Diana nu de helft minder, maar daar ligt ze geen moment van wakker. "We zijn bewust kleiner gaan wonen en we gaan minder vaak op vakantie. Ik heb een man die altijd naast mij staat. Hij is blij dat hij nu iemand ziet thuiskomen die gelukkig is. Geld is makkelijk, maar zeker niet het allerbelangrijkst. Ik verdiende een periode in mijn leven bovengemiddeld veel, maar was toen verre van gelukkig. In die tijd liep ik altijd op mijn tenen. Dat verwijt ik niemand. Ik had zelf beter mijn grenzen moeten aangeven en dat heb ik nooit gedaan."

Diana wil mensen die haar situatie herkennen, aanmoedigen om hulp te zoeken als ze het niet alleen kunnen. "Angst en onzekerheid speelden 32 jaar een te grote rol in mijn leven. Vind jij je werk niet leuk? Spreek het dan uit naar bijvoorbeeld je leidinggevende, of zoek extern naar iemand waarmee je kunt praten. Er zijn veel goede loopbaancoaches."

'Ik zou het een jaar als clown proberen. Dat zijn er nu 26'

Arthur Pirenne (62) investeerde achttien jaar in zijn carrière als architect, maar besloot uiteindelijk toch om cliniclown te worden.

Arthur: "Ik ben nog steeds blij dat ik de sprong in het diepe heb gewaagd."© Privéfoto
Arthur: "Ik ben nog steeds blij dat ik de sprong in het diepe heb gewaagd."

In 1988 rondde Arthur zijn opleiding Bouwkunde af aan de TU in Delft. "Ik werkte daarna bij verschillende architectenbureaus. Eerst als ingenieur, later nog acht jaar als architect. Ik had altijd veel plezier in mijn werk. Ik geniet van mooie gebouwen en constructies – en architectuur is een prachtig vak", zegt Arthur.

Tijdens zijn studie bouwkunde was Arthur regelmatig ziek. "Het ging zo slecht met mij dat ik veel in het ziekenhuis lag. Ik heb acht jaar over mijn studie gedaan en tijdens de laatste jaren van mijn studie vaak gedacht: 'Wat wil ik nou eigenlijk?' Mijn ziekte dwong me wat afstand te nemen van alles en in het ziekenhuis was er veel tijd en ruimte om na te denken. Ik stuitte op een folder van een kinderkamp en dat trok mijn interesse. Ze zochten mensen die het kamp konden leiden. Ik wilde ook wel eens met iets anders bezig zijn dan alleen bouwkunde, dus besloot me in te schrijven als begeleider. Ik was toen 25."

Kinderkamp was een ramp

Toen Arthur zich weer beter voelde, kreeg hij de leiding over tien kinderen. "Dat was een ramp. Ik kon totaal geen orde houden, maar vond het wel heel leuk. Het meeste plezier had ik in het opvoeren van shows. Dan moesten alle begeleiders met een rode neus iets geks doen voor de kinderen. De kinderen kwamen achteraf naar mij toe om te zeggen dat ze mij het grappigst vonden. Toen is mijn passie voor het clownsvak ontstaan."

Maar na zijn afstuderen begon Arthurs carrière in de bouwwereld. "Toch bleef het in mijn achterhoofd altijd spoken dat ik eigenlijk clown wilde worden. Op een dag zag ik een advertentie in de krant voor een workshop bij de Delftse Komedie. Ik meldde me aan en volgde een weekend lang training. Dat voelde echt als thuiskomen. Niet nadenken of moeilijke berekeningen maken, maar gewoon je impulsen volgen. Het voelde zo heerlijk om me volledig te laten gaan. Tijdens dat weekend bleek ook dat ik talent had voor theater."

'Hij bleef maar op me inpraten: 'Wanneer zeg je je baan op? Kom op man.'

Na twee jaar in dienst als tekenaar bij een architectenbureau, werd Arthur lid van een clownsgroepje. "Gewoon leuk, voor erbij. We repeteerden een aantal keer per week en naast mijn werk ontwikkelde ik in mijn vrije tijd een solo-act als clown. Met die act trad ik op op een festival, waar ik mezelf in de kijker speelde bij een mimespeler uit Amsterdam: Hans Koops. Hij vroeg na de voorstelling of ik een duo met hem wilde vormen."

"Ik voelde me vereerd, maar had een goede baan waar ik acht jaar voor had gestudeerd. Daarbij had ik het enorm naar mijn zin. Hans accepteerde geen 'nee' en bleef maar op mij inpraten: 'Wanneer zeg je je baan op? Kom op man'. Ergens wilde ik het wel, maar ik vond het een moeilijke stap. Ik had tenslotte al achttien jaar geïnvesteerd in architectuur, dat zet je niet zomaar opzij."

Het moment waarop Arthur de knoop doorhakte weet hij nog goed. "Ik stond in Amsterdam kozijnen uit te tekenen en dacht: 'Of ik dit nou doe of iemand anders, dat maakt niks uit. Kozijnen zijn kozijnen, maar mijn clown-zijn is uniek. Niemand kan dat zoals ik, want je act hangt volledig samen met jou als persoon'. Dat vond ik zo’n verhelderend inzicht. Ik ben die dag nog naar mijn baas gegaan en heb ontslag genomen. Daar was hij niet zo blij mee."

Arthurs baas probeerde hem te overtuigen om te blijven. "Ik beloofde hem om het een jaar als clown te proberen – en als dat niks bleek, zou ik terugkomen. Dat is uiteindelijk nooit gebeurd. We zijn nu 26 jaar verder en ik ben nog steeds clown. Ik ben nog steeds blij dat ik de sprong in het diepe heb gewaagd. Je kunt beter spijt hebben van wat je wel geprobeerd hebt, dan van iets dat je niet geprobeerd hebt."

Toch was het niet makkelijk. "Samen met Hans gaf ik veel optredens, totdat Hans aangenomen werd bij Cliniclowns. Ik deed ook auditie, maar werd niet aangenomen. Dat was een flinke teleurstelling. Daarbij heb je als zelfstandige clown geen zekerheid. Soms verdiende ik maandenlang niks. Dat is wel echt doorbijten. Daarnaast is was mijn vrouw toen beeldend kunstenares, dus ook haar inkomen was niet zeker. In het eerste jaar belde mijn baas nog vaak met: 'Het is echt heel druk, kun je niet even bijspringen?' Het is dan echt moeilijk om 'nee' te zeggen."

Vast inkomen geeft rust

Uiteindelijk werd ook Arthur aangenomen als Cliniclown. "Dit was in 1999. Van 1996 tot 1999 verdiende ik mijn brood met enkel zelfstandige optredens. Zicht op een vast inkomen geeft veel rust en ik heb nu niks meer dan lol in mijn werk. Als clown kruip je in de fantasiewereld van een kind en kun je de hele dag verantwoord gek doen. Lukt het jou om kinderen mee te nemen in die vrolijke fantasiewereld waarin alles kan? Dan maak je ze heel erg blij. Dat geeft veel voldoening."

Lian van Ark-Swinkels© Nancy Zwaal Fotografie
Lian van Ark-Swinkels

'Morgen neem ik echt ontslag'

Lian van Ark-Swinkels bundelde de verhalen van Diana en Arthur, samen met nog twaalf verhalen van 'carrièrreswitchers', in haar boek 'Morgen neem ik ontslag'. "Veel mensen die ik voor dit boek interviewde, zeiden ergens in hun verhaal: 'Ik dacht: ik ga het gewoon doen!'. Dat fascineert mij mateloos", zegt de business manager en 'mensenjournalist'. 

Angst en onzekerheid bleken leidend om een bepaalde stap níet te zetten. Iets wat Van Ark-Swinkels zelf ook herkent. "Als kind wilde ik altijd al een boek schrijven. De afgelopen jaren werd dat gevoel steeds sterker. Er was alleen een probleem: ik wist niet waarover. Altijd waren er wel flarden van ideeën, maar nooit werd het echt concreet."

"Hoe ouder ik werd, hoe meer mijn liefde voor interviewen en schrijven groeide. Omdat ik zelf veel schreef, merkte ik dat ik er ook steeds beter in werd. Op een gegeven moment opperde ik bij mijn huidige werkgever (een HR-dienstverlener. red.) het idee om een interviewreeks met carriereswitchers op te zetten."

Tijd voor actie

Van Ark-Swinkels raakte geïnspireerd door de geweldige verhalen die zij tijdens haar interviews tegenkwam. "Uiteindelijk wist ik dat daar mijn boek over moest gaan en heb ik alles op alles gezet om mijn idee werkelijkheid te laten worden. Doodeng, maar achteraf ben ik heel blij en trots."

"In het boek stel ik me op als coach. Ik stel scherpe vragen die mensen aan het denken zetten en hoop dat ik mensen inspireer om actie te ondernemen als zij voelen dat ze willen switchen. Die actie hoeft niet groot te zijn, al is het bijvoorbeeld een avondje zoeken naar bepaalde opleidingen die jou leuk lijken. Dat kan al een verschil maken voor je keuzes later."

Het boek 'Morgen neem ik echt ontslag' is vanaf nu te koop. 

Lees meer over
CarrièreBeter werkenBoekenClownArchitectuur